woensdag 16 juni 2021

Wie wat bewaart...

Die heeft wat. 

Al bladerend in mijn notities stootte ik op aantekeningen over mijn oude Linksys NSLU2 doosjes. Gezien de aantekeningen later voorzien van Debian. Maar erger was dat tot me doordrong dat deze een vast ip-adres had op mijn oude router en netwerk. Dat wil zeggen in het 192.168.1.x netwerk.

Inmiddels staat er een compleet nieuwe router met als netwerk 192.168.178.x. Dat spoort niet lekker met elkaar. Hoe kon ik het netwerkadres van de NSLU2 aanpassen. 
Vroeger had ik zo'n 192.168.1-netwerk en ook repeaters die daarin werkten. Ik pakte een oude Linksys Broadband 2,4 GHz B uit de kast waarvan ik wist dat ik die voor het opbergen op de fabrieksinstellingen had teruggezet. En gelukkig met potlood de inloggegevens op een rand had geschreven. Een netwerkkabel in de ene port en die van de NSLU2 in de andere. Interface van de laptop aangepast met een ip-adres binnen de 192.168.1-range. Ik veronderstelde dat de NSLU2 wel meteen zichtbaar zou worden en ik er met ssh op in kon loggen. Dat werkte niet. Toen de netwerkkabel van de NSLU2 direct in de ethernetpoort van de laptop gestopt. En de nic in de laptop voorzien van een gepast ip-adres. Ook dat wilde niet. Bovendien bleef er steeds maar één lampje op de NSLU2 branden. Dat kwam niet overeen met mijn geheugen. Ook wilde de NSLU2 in deze opzet niet netjes afsluiten. Er was iets loos. 

Zoekend op interpret kwam ik oude bekenden als Kees Moerman tegen. Maar ook vanwege de ouderdom verdwenen websites die voorheen absoluut noodzakelijk waren om te leren en te configureren. Moerman noemt nog een bron die ik helemaal niet kende. Op tweakers.net is in het forum ook nog wel wat te vinden. Maar niet wat ik zocht. 
Ik moest zelf gaan speuren. De usb-schijven werden afgekoppeld, de NSLU2 bruut gestopt en opnieuw gestart. Daarmee kwam de herinnering terug dat de kleine 60GB laptopschijf nodig was om Debian te kunnen starten. Maar ook het inzicht dat de usb-hub waaraan deze hing zijn laatste dagen aan het slijten was. Die usb-hub werd gedumpt. Een andere usb-hub, van de Pi Hut, toch ook eentje met wat twijfels bleek wel in staat om de benodigde voeding voor de schijf te leveren en me een groen lampje op de connector te tonen. Dat ging de goede kant op. Deze opstartschijf (Debian) moet wel in het bovenste USB-aansluitpunt komen. De USB-aansluiting voor de grote Samsung harde schijf komt dan in de onderste.

Na een paar keer opstarten zag ineens de groene led van de connector ook af en toe rood flikkeren en de statusleds van de NSLU2 vertoonden ook een ander, herkenbaarder profiel. Het opstarten ging door. Met de zwik aangesloten op de laptop kon ik met SSH inloggen als root en op verkenning gaan naar de instellingen voor de netwerkkaart. Na een flink aantal configuratiebestanden met nano of cat te hebben bekeken vond ik:
-----------------------------
/etc/network/interfaces:
die ik als volgt aanpaste;

auto lo
iface lo inet loopback

allow-hotplug eth0
# iface eth0 inet dhcp
iface eth0 inet static
    address    192.168.178.77
    netmask    255.255.255.0
    broadcast    192.168.178.255
    gateway    192.168.178.1
-------------------------------
Netwerkkabel uit de laptop en in de nieuwe standaard router. Opnieuw opstarten.
Eh, voilà!

Nu kon ik met SSH of SSHFS de grote opslagschijf die met LVM2 ingedeeld is benaderen.
Jammer alleen dat de foto-map niet veel nieuws bracht ten opzichte van de andere foto-opslag-locaties.

Maar iets anders dat altijd is blijven steken is het slapen van de schijven als ze niet gebruikt worden, ook wel bekend als het spin-down-probleem. Hierin speelt soms of vaak het energiebeheer een rol.

Ik besloot het eens te proberen op mijn owncloud-server die dit probleem ook heeft. Hdparm blijkt voor de raspi3b ongeschikt te zijn.
Hd-idle gaf geen schokkende foutmeldingen en draait nu als proef.

Geen opmerkingen: